Payrolling “verdwijntruc van goed werkgeverschap”

Door Gepubliceerd op: 14 mei 2012

De Stichting van de Arbeid heeft geadviseerd over payrolling. Werkgevers en werknemers zijn tot op het bot verdeeld.

Payroll-bedrijven zijn vaak juridisch werkgever van de werknemers die werkzaam zijn bij een opdrachtgever van het payroll-bedrijf. Dit vrij nieuwe concept neemt een grote vlucht. De Vereniging voor Payroll Ondernemingen (VPO), de brancheorganisatie voor payroll-werkgevers, verwacht dat in 2012 zo’n 180.000 werknemers in dienst zullen zijn bij een payroll-onderneming en dat dit aantal naar verwachting in 2015 naar 218.000 zal groeien.

Werkgevers maken vooral gebruik van payrolling vanwege:

1. de verhoging van de flexibiliteit van het personeelsbestand;

2. de vereenvoudiging van de salaris- en personeelsadministratie;

3. het indekken van financiële risico’s, zoals het wachtgeld, ontslag- en ziekterisico.

De payroll-onderneming is als juridisch werkgever medebepalend voor de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden.

Met het verdwijnen van de payroll-cao per 1 januari 2011 geldt de ABU-cao (voor uitzendkrachten) ook voor de leden van de VPO.

VPO heeft in haar arbeidsvoorwaardenreglement aanvullende arbeidsvoorwaarden vastgelegd waarvan de essentie is dat deze aansluiten bij de arbeidsvoorwaarden van de cao van de opdrachtgever. Dat geldt in ieder geval ten aanzien van loon, arbeidsduurverkorting, toeslagen, kostenvergoedingen, loonsverhogingen, periodieken, éénmalige uitkeringen, eindejaars- en 13e maandsuitkeringen alsook vakantiedagen en vakantiebijslag. Daarnaast geldt een loondoorbetaling van minimaal 180% over de eerste twee jaren van ziekte. Payroll-ondernemingen nemen ook de werkgeverstaken rondom ziekte en re-integratie zoals vastgelegd in de Wet Verbetering Poortwachter op zich.

Payroll-krachten vallen onder de verplicht gestelde regeling van de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (Stipp) en de VPO stelt in haar arbeidsvoorwaardenregeling de plusregeling van Stipp verplicht.

Werkgevers

Werkgevers maken uit dit alles op dat deze georganiseerde payroll-ondernemingen het werkgeverschap goed invullen en niet het oogmerk hebben arbeidsvoorwaarden te ontduiken.

Werknemers

Werknemers wijzen er daarentegen op dat bij payrolling geldt dat het einde van de opdracht gelijk staat aan ontslag om economische reden.

FNV-coördinator arbeidsvoorwaarden Catelene Passchier: “De payroll-constructie is één grote verdwijntruc van goed werkgeverschap. Voor dit soort gesjacher is geen plaats in een fatsoenlijke arbeidsmarkt. We helpen minister Kamp graag een eindje op weg. Met onze voorstellen in dit advies kan hij een einde maken aan deze ontduiking van werkgeversverantwoordelijkheden.”

Belangrijkste bezwaren van de werknemers:

  • In een payroll-constructie is een werknemer zogenaamd in dienst van het payrollbedrijf, maar exclusief aan het werk bij het inlenende bedrijf. Maar als het erop aan komt, bijvoorbeeld bij ontslag of langdurige ziekte, neemt geen van beide werkgevers verantwoordelijkheid voor de werknemer.

 

  • Werknemers die werken op basis van payroll-constructies hebben veelal slechtere arbeidsvoorwaarden. Ze werken vaak langdurig op tijdelijke contracten, ontvangen minder salaris, krijgen minder scholing, bouwen minder pensioen op en hebben nauwelijks ontslagbescherming.

Passchier: “Voor de FNV geldt dat je of in dienst bent bij het inlenende bedrijf of bij een uitzendbureau, meer smaken zijn er niet. Payrollen leidt tot een ongelijke behandeling van werknemers die op dezelfde werkvloer vaak langdurig hetzelfde werk verrichten. Dat is onacceptabel. We verwachten dat minister Kamp de handschoen oppakt en effectieve maatregelen neemt.”

Pensioen

Payroll-krachten vallen onder de verplicht gestelde regeling van de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (Stipp) en de VPO stelt in haar arbeidsvoorwaardenregeling de plusregeling van Stipp verplicht. Werkgevers maken hieruit op dat deze georganiseerde payroll-ondernemingen niet het oogmerk hebben arbeidsvoorwaarden te ontduiken. De werknemersorganisaties brengen daar tegenin dat jonge werknemers buiten de pensioenregelingen vallen of onder slechtere en goedkopere pensioenregelingen dan de overige werknemers die onder het bedrijfstakpensioenfonds vallen. “Deze risicoselectie brengt een vicieuze cirkel op gang waardoor de pensioenkosten in die laatste regeling oplopen.”

De minimum leeftijd van Stipp pensioenfondsen is voor payrollers 21 jaar. Het deelnemerschap vangt voor uitzendkrachten aan op de datum van aanmelding door de werkgever. Voor werknemers in dienst van werkgevers die zijn aangesloten bij de VPO geldt – met uitzondering van het nabestaandenpensioen – een wachttijd van twee maanden. Er is sprake van een beschikbare premieregeling. De beschikbare premie als percentage van de pensioengrondslag is 5,50% voor 21-24-jarigen en loopt op tot 19,36% voor 60-64-jarigen. Het nabestaandenpensioen is op risicobasis.

Deel dit bericht, kies uw platform!

Redactie Findinet

Redactie Findinet

Partners van Findinet

Nieuwsfeed