ORV in lening meegefinancierd; verzwaarde stelplicht voor adviseur

Door Gepubliceerd op: 19 maart 2012

Adviseur heeft verzwaarde stelplicht en moet aantonen dat verzekerde wist dat de overlijdensrisicopremie ineens werd betaald en in de lening was inbegrepen.

Eiser en zijn partner hebben in 2003 een kredietovereenkomst gesloten met voor elk van hen een overlijdensrisicoverzekering. O&B Finance (een inmiddels opgeheven dochter van Afab) is daarbij als tussenpersoon opgetreden. De premie van de beide verzekeringen van in totaal € 4.476, is als koopsom betaald en met de lening meegefinancierd.

In juli 2008 hebben eisen en partner opnieuw een kredietovereenkomst gesloten met voor elk van hen opnieuw een overlijdensrisicoverzekering. Ook daarbij is O&B als tussenpersoon opgetreden. De premie van de beide verzekeringen van in totaal € 2.847 werd ook daarbij als koopsom betaald en meegefinancierd.

Eiser beschuldigt O&B ervan twee keer een ORV ongevraagd te hebben meegefinancierd. De lening van 2003 werd twee jaar later opgezegd zonder dat premierestitutie heeft plaatsgevonden. Bij de lening in 2008 heeft O&B met geen woord gerept over de nog lopende verzekering en weer ongevraagd een nieuwe meegefinancierd, waardoor ook in dat geval de gehele premie in één keer vooruitbetaald werd.

O&B geeft aan deze zaken voldoende met verzekerde besproken te hebben. De rechtbank Utrecht vindt dat echter niet genoeg. Weliswaar rust op eiser de bewijsplicht dat O&B niet als een redelijk bekwaam en redelijk handelend tussenpersoon is opgetreden. Maar op O&B rust een verzwaarde stelplicht met betrekking tot de wijze waarop zij aan haar verplichtingen heeft voldaan. Het betreft hier met name de vraag of zij voorafgaand aan de twee besprekingen de relevante stukken aan eiser heeft doen toekomen (zoals zij stelt), of zij eiser voldoende heeft voorgelicht (volgens O&B in gesprekken van anderhalf uur, volgens eiser in 10 minuten), en of eiser de stukken na het tweede gesprek nog gedurende een aantal dagen heeft kunnen bestuderen, terwijl eiser stelt dat hij de stukken ter plaatse moest ondertekenen zonder dat een kopie bij hem is achtergelaten.

O&B heeft voldaan aan de bewaarplicht van de Wft en de stukken een jaar bewaard. Ten tijde van de rechtszaak was het dossier niet meer compleet, waardoor de adviseur zijn stellingen niet meer met bewijzen kon staven. Uiteraard spreekt daarbij in zijn nadeel dat O&B in 2008 vergeten was dat er nog een in 2003 gesloten risicoverzekering liep (welk verzuim de tussenpersoon al eerder trachtte te herstellen door eiser duizend euro restitutie aan te bieden).

Door niet aan haar verzwaarde stelplicht te voldoen is O&B aansprakelijk voor de door eiser geleden schade.

Het volledige vonnis

Deel dit bericht, kies uw platform!

Redactie Findinet

Redactie Findinet

Partners van Findinet

Nieuwsfeed