Doordat de AFM voor een overtreding een verkeerde boetecategorie heeft toegepast, komt de overtredende partij, een anoniem gebleven financieel dienstverlener, bijna geheel met de schrik vrij.
De financieel dienstverlener heeft begin 2020 een nieuwe directeur benoemd. Pas 11 maanden later (begin 2021) meldt het bedrijf de persoon ter toetsing aan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). En hoewel de directeur geen statutair bestuurder was, voerde hij wel vanaf zijn benoeming ‘beleidsbepalende’ activiteiten uit. Dit mag niet.
Optreden als dagelijks beleidsbepaler van een financiële dienstverlener is pas toegestaan na een positieve toetsing door de AFM op de betrouwbaarheid en geschiktheid van de betreffende persoon.
Vanwege dit verzuim legt de AFM het bedrijf in december 2022 een bestuurlijke boete op van € 375.000 op, wegens overtreding van artikel 4:26, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft) juncto artikel 103, eerste en tweede lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo).
Hoorzitting
Het bedrijf tekent bezwaar aan en er volgt een hoorzitting op 3 juli 2023. Onder de – vele – bezwaren is er een dat doel treft: de AFM heeft de onjuiste boetecategorie, te weten categorie 2, toegepast. Deze boetecategorie is verbonden aan overtreding van artikel 4:26, eerste lid, Wft. Maar aan overtreding van artikel 103, eerste en tweede lid, Bgfo, is boetecategorie 1 verbonden; en juist die bepaling staat in dit dossier centraal.
Ter verduidelijking:
Artikel 1:81, eerste en tweede lid, Wft juncto artikel 10 Besluit bestuurlijke boetes financiële sector (Bbbfs) bepalen voor de in dit dossier relevante overtredingen de volgende boetecategorieën:
a. artikel 4:26, eerste lid, Wft: boetecategorie: 2;
b. artikel 103, eerste en tweede lid, BGfo: boetecategorie: 1.
Volgens het bedrijf zou dit ook blijken uit het voorgestelde Wijzigingsbesluit financiële markten 2022 van de Minister van Financiën van 20 oktober 2022.
Heroverweging door AFM
De AFM is het niet met deze redenering eens. Maar ze stelt wel vast dat de verweten overtreding in belangrijke mate valt onder artikel 103, eerste en tweede lid, BGfo. En de norm in het tweede lid van artikel 103 Bgfo verschilt qua strekking – inderdaad – van die genoemd in artikel 4:26, eerste lid, Wft.
Na heroverweging ziet de AFM dan ook aanleiding om aan te sluiten bij de aan artikel 103, eerste en tweede lid, BGfo gekoppelde boetecategorie 1, en komt vervolgens uit op een boetebedrag van EUR 10.000,–.
Tegen deze boete heeft het bedrijf in september beroep aangetekend, maar het heeft dit in oktober weer ingetrokken. Daarmee is het boetebesluit onherroepelijk geworden.
Wetgever heeft boetecategorie aangepast
Overigens meldt de AFM nog dat de wetgever inmiddels de boetecategorie voor de betreffende overtreding heeft aangepast: nu geldt een basisbedrag van € 500.000 voor zulke overtredingen. Deze wetswijziging is echter niet gerelateerd aan deze besluiten.
Bron: AFM
