David Hollanders over het pensioentekort

Door Gepubliceerd op: 15 oktober 2012

Achterstallige premiebetalingen door werkgevers en marmeren vloeren bij vermogensbeheerders.

Stel in de pensioendiscussie achterstallige premiebetalingen door werkgevers en de marmeren vloeren bij vermogensbeheerders centraal en niet de belangentegenstelling tussen jonge en oude en goed en minder goed verdienende werknemers. Dit stelt econoom David Hollanders op de website MeJudice.

Het werkelijke conflict is dat tussen werknemers versus werkgevers en vermogensbeheerders. De uitvoeringskosten moeten fors omlaag, want die zijn nu een veelvoud van die van de AOW. Werkgevers zouden miljarden in de pensioenkas moeten bijstorten.

Het is niet de eerste keer dat Hollanders zich in deze bewoordingen uitlaat.

Zo schreef hij in maart 2011 in NRC:

“Risicodeling schrijft voor dat risico’s worden verdeeld over zo veel mogelijk partijen. Het is daarom onverstandig dat werkgevers zich terugtrekken als risicodrager. Ze krijgen daarbij zelfs een extreme vorm van zekerheid, in de vorm van vaste premies.

Zelfs als vakbonden het wenselijk achten dat de werkgevers geen enkel risico lopen en de werknemers alle, is het ongerijmd dat werkgevers in het pensioenfondsbestuur blijven zitten.

Net als bij aandeelhouders in bedrijven moet de risicodrager beslissingsbevoegdheid hebben. Werkgevers in het bestuur laten, is vragen om problemen. In dezen is de positie van de vakbonden evenwel zo ontluisterend, dat de verklaring wel moet zijn, dat ze hun eigen positie in het bestuur hebben willen veiligstellen door werkelijk overal mee akkoord te gaan. Dat is menselijk, al te menselijk, maar hiermee diskwalificeert de vakbond zichzelf volledig’.

Perverse prikkel

In het magazine van de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen van mei 2011 zegt Hollanders:

“Veel pensioenfondsen hebben belangrijke beheerstaken overgedragen aan uitvoerende organisaties, die vaak meer pensioenfondsen vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld het ABP met als vermogensbeheerder het APG. 

Het vermogensbeheer van ABP is daarmee op afstand geplaatst, zoals dat in verhullend jargon heet.

Het pensioenfondsbestuur heeft hierdoor minder inzicht in de risico’s die bepaalde beleggingen met zich meebrengen.

Ook blijken sommige ‘hoge’ rendementen lager dan werd verondersteld en zijn er verborgen kosten, naar schatting zo’n twee procent, zoals tijdens de ‘hoorzitting’ van 31 maart 2011 bleek. Om dat verschil goed te maken moeten hogere risico’s genomen worden dan wenselijk is. Maar de afspraken die APG maakt met Alpinvest (de investeringsdochter van APG en PGGM) bijvoorbeeld vallen buiten het zicht van het bestuur van ABP, waardoor de controle te wensen overlaat. Omdat de honorering van de bestuurders van Alpinvest afhangt van de behaalde resultaten is er “een grote, een perverse prikkel om het rendement te verhogen door meer risico te nemen. Als men succes boekt is de beloning hoog en bij tegenvallers is er geen bonus en rest slechts het riante salaris; de nadelen worden afgewenteld op de deelnemers en pensioengerechtigden.”

David Hollanders is verbonden aan Netspar (Tilburg), het Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies (UvA) en Universitair Docent bij de sectie Innovatie en Publieke Sector Efficiëntie (IPSE) van de TU Delft.

Deel dit bericht, kies uw platform!

Redactie Findinet

Redactie Findinet

Partners van Findinet

Nieuwsfeed