A.S.R. beschouwt de succesvolle overname van Aegon Nederland als een mijlpaal in de ambitie om een leidende verzekeraar in Nederland te worden. Het bedrijf presenteerde ambitieuze doelstellingen voor de periode tot 2026 tijdens een Capital Markets Day (CMD) voor institutionele beleggers en analisten.
“De combinatie van A.S.R. en Aegon Nederland versterkt onze strategische positionering. Ik ben enthousiast over de kansen en vol vertrouwen dat we met een gedisciplineerde uitvoering van onze strategie duurzame waarde leveren en een toonaangevende verzekeraar in Nederland creëren, aldus CEO Jos Baeten in zijn toespraak. “We hebben de lat voor onszelf steeds hoger gelegd en sterke resultaten laten zien.”
A.S.R. wil zowel organisch groeien als overnamekandidaten zoeken. De gepresenteerde strategie “bouwt voort op het sterke track record van A.S.R. en geeft het vertrouwen weer dat het bestuur heeft in het benutten van de kansen in de markt”.
Doelstellingen
Een greep uit de doelstellingen:
• Solvency II-ratio van de groep ruim boven 160%.
• Non-life combined ratio (excl. Zorg): 92-94% in combinatie met een doelstelling om de ontvangen Non-life premies jaarlijks met 3-5% te laten groeien.
• Pensioenen DC-instroom tot ten minste € 8 miljard cumulatief in de planperiode.
• Pensioen buy-outs totaal € 8 miljard cumulatief tot en met 2027.
Beleggers
Voor de beleggers was er goed nieuws: A.S.R. wil tot en met 2026 voor 525 miljoen euro aan eigen aandelen inkopen. En de beleggingsportefeuille wordt verder geoptimaliseerd. Verder streeft de verzekeraar naar een rendement op het eigen vermogen van boven de 12 procent en een kapitaalaanwas van 1,35 miljard euro in 2026. Desondanks daalde de aandelenkoers van A.S.R. licht gedurende de ochtend; kennelijk hadden ze meer verwacht.
Ook op het gebied van verduurzaming, diversiteit, klanttevredenheid en medewerkersbetrokkenheid zijn de gestelde doelen hoog. Voor het samenvoegen van de verschillende bedrijfsculturen van A.S.R. en voormalig Aegon wordt gestreefd naar “betrokkenheidsniveaus van medewerkers die minstens gelijk zijn aan onze historische prestaties”.
Bron: A.S.R.
