AFM: meer Nederlanders zouden kunnen beleggen
Volgens de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zouden Nederlanders best wel wat meer kunnen beleggen in plaats van sparen. Volgens een onderzoek van de AFM heeft bijna de helft een voldoende grote buffer om te beleggen maar doen zij dat niet. De AFM wijst erop dat beleggen een hoger rendement kan opleveren dan sparen, maar dat beleggen wel verstandig moet gebeuren.
Een kwart van de huishoudens belegt
De AFM ziet dat bijna een kwart van de Nederlandse huishoudens belegt. Dat komt overeen met het gemiddelde aantal in Europa. Er zijn vijf miljoen huishoudens die niet beleggen. Daarvan hebben er 3,1 miljoen voldoende vermogen om te beleggen. Hierbij is rekening gehouden met een buffer die ervoor moet zorgen dat de huishoudens ook bij financiële tegenslagen nog voldoende geld beschikbaar hebben. Het mediane huishouden heeft dan nog een bedrag van ruim 20.000 euro beschikbaar om te beleggen. Aan de andere kant zijn er ook huishoudens die meer beleggen dan verstandig is. Hun spaarsaldo is lager dan de door het Nibud geadviseerde uitgavenbuffer. Dit geldt in 2019 voor 11% van de 1,1 miljoen huishoudens die beleggen.
Beleggen kan meer opleveren dan sparen
De AFM heeft berekend hoeveel rendement huishoudens extra kunnen behalen als ze het bedrag boven hun uitgavenbuffer beleggen in plaats van op een spaarrekening laten staan. Hierbij is uitgegaan van beleggen in een passief indexfonds. Dit is voor particulieren beleggers een relatief veilige manier om te beleggen. Het blijkt dat in ruim driekwart van de simulaties beleggen meer oplevert dan sparen. Hierbij zijn ook de kosten voor het beleggen meegenomen. Elke simulatie staat voor een mogelijke scenario, waarbij zowel positieve als negatieve voorkomen.
De extra opbrengst van het beleggen hangt sterk af van het beschikbare vermogen. Huishoudens die 2.500 tot 5.000 euro kunnen beleggen, gaan er slechts 350 euro (exclusief kosten) op vooruit. Wie 15.000 tot 30.000 euro kan beleggen, kan er 1.900 euro per jaar beter van worden. Uiteraard zijn dit gemiddelden. Hoe de extra opbrengst werkelijk uitpakt, hangt af van de ontwikkelingen op de beurs. In 1% van de simulaties kunnen huishoudens in totaal rond 5.000 euro kwijtraken over een periode van negen jaar. De kans dat beleggende huishoudens hun normale uitgavenpatroon niet kunnen handhaven, is slechts 0,2%. Dit komt doordat uitgegaan wordt van het aanhouden van een uitgavenbuffer.
Beleggen volgens de belastingdienst
De AFM is in de berekeningen uitgegaan van een mediaan spaartegoed van ruim 32.000 euro en een uitgavenbuffer van 12.000 euro. Dit bedrag wordt niet belegd. Het meerdere wordt volledig in een indexfonds gestoken. De vraag is of dit een realistisch uitgangspunt is, aangezien Nederlanders blijkbaar liever niet te veel risico nemen. Ook de belastingdienst gaat uit van een hoog bedrag aan beleggingen.
Bij de heffing van belasting over het vermogen gaat de belastingdienst uit van een fictief rendement. Hierbij is het uitgangspunt dat van de eerste ruim 50.000 euro boven het vrijgestelde deel van het vermogen maar liefst 33% belegd wordt. Daarboven zou 79% belegd worden tot een bedrag van iets minder dan een miljoen. Wie nog meer geld heeft, zou het meerdere volgens de belastingdienst volledig beleggen. In de praktijk blijken huishoudens dus aanzienlijk minder te beleggen en de vraag is ook of het veronderstelde rendement wel gehaald wordt. De uitspraak van de Hoge Raad waarin geoordeeld wordt dat deze manier van belastingheffing niet mag, is dan ook voor velen goed nieuws.
Bron: AFM
Deel dit bericht, kies uw platform!
Paulien van de Hoef