VUT mag gespreid worden over langere periode

Door Gepubliceerd op: 5 juni 2013

De VUT-uitkering mag niet verlengd worden tot de nieuwe AOW-leeftijd maar de rechten mogen wel over een langere periode worden gespreid.

Staatssecretaris Wekkers gaat de wet op dit punt aanpassen. Vooruitlopend daarop zal hij een dergelijk beleidsbesluit publiceren, antwoordt hij op Kamervragen van Roos Vermeij en Ed Groot (PvdA).

De verlenging van de VUT-uitkering is theoretisch een mogelijkheid om te voorkomen dat de gerechtigden tot de VUT-uitkering te maken krijgen met een inkomensgat. Maar een dergelijke handeling resulteert in de verschuldigdheid van een pseudo-eindheffing (zgn. VUT-heffing) van 52%. Een VUT-heffing is op dit moment ook verschuldigd indien VUT-uitkeringen, die qua omvang binnen de wettelijke kaders blijven maar een uitkeringsperiode hanteren met een einddatum die ligt na het bereiken van de 65-jarige leeftijd.

“Een spreiding over een langere periode van bestaande VUT-uitkeringsrechten verschilt in die zin van het verlengen van de VUT-uitkering dat bij de eerstgenoemde handeling geen sprake is van een toename van de VUT-uitkeringsrechten. Maatregelen nemen die ertoe kunnen leiden dat VUT-uitkeringsrechten toenemen of die de premielasten van werknemers kunnen verhogen voor een regeling waarvan deze werknemers zelf geen gebruik kunnen maken, acht ik ongewenst omdat het hier gaat om uitgewerkte regelingen. Omdat het over een langere periode spreiden van bestaande VUT-uitkeringsrechten niet een dergelijk gevolg heeft, ben ik bereid voor die situaties een tegemoetkomende regeling te treffen door – onder voorwaarden – de toepassing van de VUT-heffing achterwege te laten”, antwoordt Weekers.

Ook voor overbruggings- en prepensioen en overbruggingslijfrente

De bestaande VUT-uitkeringsrechten moeten actuarieel neutraal worden herrekend naar over een langere periode uit te keren VUT-uitkeringen, zodat het spreiden over een langere uitkeringsperiode wel tot gevolg heeft dat de maandelijkse uitkeringen lager uitvallen. “Overigens zullen voorwaarden gelden ten aanzien van de uiterlijke ingangs- en einddatum van de VUT-uitkeringen. Hierbij dient bijvoorbeeld gedacht te worden aan de voorwaarde dat de VUT-uitkering uiterlijk moet ingaan bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd en dat de VUT-uitkering voorts moet eindigen uiterlijk op het moment dat de VUT-gerechtigde de voor hem geldende AOW-leeftijd bereikt. Een soortgelijke (voorwaardelijke) goedkeuring zal ook gaan gelden voor bestaande aanspraken op overbruggingspensioen en prepensioen. Ook zal bij overbruggingslijfrenten worden goedgekeurd dat deze onder voorwaarden over een langere periode mogen worden uitgekeerd.”

Deel dit bericht, kies uw platform!

Redactie Findinet

Redactie Findinet